Praktijkgerichte conclusie
Hoe pak je wetenschapsonderwijs aan in de lagere school?
De leerkracht daagt de kinderen uit en begeleidt hen door te fungeren als rolmodel voor onderzoekend leren.
Het is uiterst belangrijk dat de leerkracht, zeker in de ogen van de kinderen, niet fungeert als de enige expert met betrekking tot de onderzoeksvraag die voorligt.
De voornaamste rol van de leerkracht bestaat erin kinderen uit te dagen elkaars meningen en ervaringen in vraag te stellen, kinderen aan te zetten hierover uit te wisselen en van hieruit de denk- en onderzoeksvaardigheden bij kinderen te stimuleren door middel van bemiddeling.
Binnen deze leeromgeving geldt voor de kinderen het volgende:
- Ze zijn actief betrokken in het leerproces met de klemtoon op observeren en onderzoeken. Het doel hierbij is het verzamelen van onderzoeksdata om een onderzoeksvraag te beantwoorden;
- Ze verzamelen bewijsmateriaal dat een antwoord biedt op de authentieke onderzoeksvragen die voorliggen. Het proces (de weg afgelegd om tot het antwoord te komen) dat hierbij doorlopen wordt is in feite belangrijker dan het geven van een juist antwoord;
- Ze oefenen en ontwikkelen onderzoeksvaardigheden zoals systematisch observeren, (onderzoeks)vragen stellen, plannen en data vastleggen in functie van het verzamelen van bewijsmateriaal als antwoord op een onderzoeksvraag;
- Ze werken samen in groep tijdens de activiteiten. Op die manier wordt een sociale context gecreëerd waarbinnen logisch redeneren en communiceren met anderen belangrijke leerprocessen zijn.
- Ze ontwikkelen autonomie en metacognitieve vaardigheden tijdens de activiteiten.